Aap woont in een boom in het bos en verlangt zo naar de zee en de horizon, dat hij erover droomt. Hij overwint zijn angst voor de tocht naar zee en vertrekt. Onderweg in het bos valt hij pardoes in het hol van Mol. Mol blijkt honkvast en zorgzaam. Hij haalt zijn kennis meestal uit boeken, de zee wil hij echter wel eens in het echt zien. De nieuwbakken vrienden gaan samen op pad. Na twee dagreizen komen ze aan bij de zee. Mol installeert zich op het strand met een boek. Aap plonst in het water en herbeleeft zijn droom.
Nadien spelen Aap en Mol samen met de bal, picknicken en maken een kampvuur. Dan krijgt Mol heimwee. Aap wikt en weegt: alleen aan zee is niet zo fijn. De twee vrienden gaan samen weer naar huis en wie weet, komen ze nog wel eens een dagje naar zee.
Dit verhaal over reislust, heimwee en vriendschap in elf korte stukjes is eenvoudig en rechtlijnig opgezet volgens een klassiek patroon. De held verlangt naar elders en gaat op reis. Een eerste kleine hindernis lei…
Lees verder
Aap woont in een boom in het bos en verlangt zo naar de zee en de horizon, dat hij erover droomt. Hij overwint zijn angst voor de tocht naar zee en vertrekt. Onderweg in het bos valt hij pardoes in het hol van Mol. Mol blijkt honkvast en zorgzaam. Hij haalt zijn kennis meestal uit boeken, de zee wil hij echter wel eens in het echt zien. De nieuwbakken vrienden gaan samen op pad. Na twee dagreizen komen ze aan bij de zee. Mol installeert zich op het strand met een boek. Aap plonst in het water en herbeleeft zijn droom.
Nadien spelen Aap en Mol samen met de bal, picknicken en maken een kampvuur. Dan krijgt Mol heimwee. Aap wikt en weegt: alleen aan zee is niet zo fijn. De twee vrienden gaan samen weer naar huis en wie weet, komen ze nog wel eens een dagje naar zee.
Dit verhaal over reislust, heimwee en vriendschap in elf korte stukjes is eenvoudig en rechtlijnig opgezet volgens een klassiek patroon. De held verlangt naar elders en gaat op reis. Een eerste kleine hindernis leidt tot de ontmoeting met een reisgenoot. Er zijn hindernissen (verdwalen) en angsten die ze samen overwinnen. Als het doel wordt bereikt, is de voldoening van korte duur. De reis en de gevonden vriendschap blijken belangrijker en de reizigers keren — ouder en wijzer — naar huis terug.
Soms wil Gitte Spee te veel uitleggen en beschrijft ze letterlijk wat er op de plaat te zien is, zoals bij de droomsequentie waarin Aap in zee zwemt. Dat is jammer, want de sfeervolle aquarelprenten zijn, in al hun eenvoud, sprekend genoeg. Bovendien slopen er wel wat cliches in de tekst: 'Aap wil snel naar zee, maar wel met Mol want alleen is maar alleen.' of '[...] over heuvels en door dalen'. Elders treft ze wel de juiste toon: '''Ik ben Aap", zegt Aap, “het ging per ongeluk. Ik was op zoek naar de zee en viel toen zomaar door de grond.”' Soms speelt Spee heel doeltreffend met herhaling en alliteratie: 'Hij weet nu de weg en wie weet wil Mol toch weer een keertje mee. Niet voor lang nee, maar voor een dagje, een dagje aan zee.'
De illustraties in Spees typische stijl — zwarte lijntekening in inkt met pastel en waterverf op een witte of pastelkleurige achtergrond — wisselen in grootte. Op enkele opvallende accenten na, een knalrode bal en de rode broek van Aap, overwegen de pasteltinten. Op de schutbladen geeft een collage van voorbereidende schetsen met korte aantekeningen een idee van het tekenproces van het boek. Door de luchtige lay-out met veel witruimte oogt het boek meer als een prentenboek dan een voorleesboek. De plaat waar Aap uit het hol van Mol klimt, is mooi voorbeeld van efficiënt gebruik van bladspiegel en illustratie. Naast de tekst is de bladzijde op een strook na leeg, en toch is dit een van de sprekendste prenten. Waar de verteller Spee soms veel woorden nodig heeft, is de illustratrice Spee duidelijk trefzekerder.
Een rustig, klassiek opgezet voorleesverhaal voor de oudste kleuters, dat het vooral moet hebben van de sfeervolle illustraties. [Sofie Müsing]
Verberg tekst