Fantastisch. Een nieuwe Jonathan Franzen. De auteur van monumenten als De correcties en Vrijheid. En nu van Zuiverheid. Wat een wel heel ernstig boek blijkt.
Het leven zadelt een mens op met interessante vragen. Als daar zijn: hoe leer je leven met je ouders? Tijdens de puberjaren is dat een vanzelfsprekende en onschuldige kwestie. Maar als ze na je 25ste nog steeds je leven beheerst, dan wordt ze enger en uitzichtlozer. En laat die vraag voor veel personages van Jonathan Franzen nu net de grootste drijfveer zijn van hun rusteloze leven.
Een nieuwe roman van Franzen is altijd een gebeurtenis. Hoe doet hij het deze keer, onze moderne staat van zijn vangen in een vuistdik boek dat tegelijk entertaint en snijdt?Zuiverheid is zeker zijn diepgravendste boek tot dusver, uitgerust met het sérieux van zijn eerste boeken voor zijn doorbraak. Liefde en macht tussen mensen worden hier uitgebeend tot de kern van hun ziel, frivoliteit lijkt iets van een andere planeet. Maar vaak raak je als lezer wel erg vast in de diepe kleilagen.
Klokkenluiders
Niet in het minst in de kleilagen van Penelope Tyler, kortweg Pip. Zij woont met wat randgevallen en haar 130.000 dollar studieschulden samen in soort kraakpand aan de Westkust. Ze heeft een gave voor cynisme en vraagt zich koortsachtig af wie haar vader is. Haar moeder wil die doos van Pandora niet openen, maar daaraan stoort Pip zich niet, sowieso 'was haar ambitie om niet zo te eindigen als haar moeder'. Het is niet het enige moment waarop de puberale psyche iets te nadrukkelijk het spel bepaalt.
Pip belandt in Bolivia in dienst van ene Andreas Wolf en diens Sunlight Project. Met Wikileaks en Julian Assange wedijvert Wolf op zijn site om de wereldheerschappij qua klokkenluiden, maar volgens zijn volgers doet hij het veel authentieker dan attentiejunk Assange. U voelt hem al aankomen: Wolf blijkt in werkelijkheid toch iets minder zuiver op de graat, én worstelt ook met zijn ouders ('hoe meer hij zijn leven tot een aanklacht tegen dat van hen maakte, hoe dieper hij verankerd raakte in zijn kinderlijke verhouding tot hen').
Heel diep gaat Franzen niet in op het klokkenluidersfenomeen, en tot heel interessante dingen over het thema komt het boek dus niet, maar via Wolf belanden we wel een hoofdstuk lang in het Oost-Duitsland van voor en tijdens deWende - ook al een land met een knal van een moederbinding, zoals het ongemakkelijk aan de speen van de Sovjet-Unie hing. In de portrettering van die periode komt alle klasse van Franzen moeiteloos naar boven. De passages in Bolivia brengen het verhaal minder bij. De gebrekkige wegen en nutsvoorzieningen daargelaten zouden ze zich evengoed in San Francisco kunnen afspelen.
Misantropie
Wolf en Pip, wier cynisch potentieel Franzen zwaar onderbenut, en enkele andere personages zijn behept met een loodzware blik op het bestaan. Kapotte liefdesrelaties worden uitgebeend tot op het bot, met de taal van tegenstanders die van hun relatietherapeut hebben geleerd hoe ze hun woede passief-agressief kunnen formuleren als diepzinnige en objectieve gegevens waar de ander niet omheen kan. Was hij/zijn tenminste een redelijk mens geweest. En had hij/zij maar niet met die ander gevogeld.
Franzen heeft nooit dijenkletsers geschreven, maar hier lijkt het soms alsof hij het vat notities bij tien jaar loodzware psychiatrie tot op de bodem leeggeschraapt heeft. Dat is jammer voor de intelligente manier waarop hij ook hier schrijft. Soms laat Franzen in een flits zien waarin hij zo briljant is: in vier paragrafen introduceert hij een nieuw personage. Voor je kunt ademhalen staat dat personage er als een huis. Maar daarna verdwaalt het in een mist van gevoelens, à la: 'Ik heb heel lang de vreugde van jouw goedheid mogen ervaren.' Wanneer Franzen zich bewust blijkt van zijn misantropie, krijgt de tekst meer lucht. Over een vrouw die wil samenwonen met een schrijver met de ambitie een dikke roman te schrijven - want omvang is 'essentieel' tegenwoordig - schrijft Franzen dat ze beter een proefperiode had ingelast: 'Een dag van frustratie werd betreurd met drie forse glazen whisky. Een dag van conceptuele doorbraak en euforie met vier.'
Kernsplitsing
Ik heb de boeken van Jonathan Franzen wel eens horen vergelijken met een soap. Dat klonk niet bepaald als een compliment. Maar los van de negatieve connotaties van dat begrip klopt dat label wel. Franzen gooit zijn personages altijd in een kleine arena en die beginnen vervolgens als doldwaze atomen met elkaar te botsen tot je iets krijgt met het vernietigingspotentieel van een kernsplitsing. Als een onschuldig begonnen familiefeest waarvan tante Greet om halftwaalf kwaad wegloopt om vervolgens vijftien jaar niet meer met haar jongste broer te spreken. In zijn eerdere romans heeft Jonathan Franzen daarin altijd een perfecte balans gevonden. De humaniteit liep gelijk op met de ironie. Franzen is een meester in dik aangezette verhalen met een stoet van personages. Daardoor krijgen zijn verhalen vaart en kleur - een tegenwicht voor zijn loodzware thema's. In dit boek raakt dat evenwicht te vaak uit balans. Er is te weinig kleur, te weinig of te zwaar opgezette plots, met die uit de lucht vallende legaten en vaders. En de dialogen zijn soms zelfs goedkoop. 'Je bent niet komen opdagen./ En daarom heb je me dit aangedaan?/ Ik dacht dat we vrienden waren./ Kun je me kwalijk nemen dat ik dat niet wil?'
Op het einde blijkt Zuiverheid een hoopvol boek. Hoopvoller dan Franzens eerdere boeken zelfs, omdat zijn personages meer potentieel hebben om te blijven vechten. Maar de hoop aan het einde brengt het boek uit evenwicht. Het is de tragiek van een groot schrijver: was dit geen boek van Jonathan Franzen, dan had niemand het oninteressant gevonden. Maar het is er een. En voor die olympische standaard heeft zuiverheid toch iets te korte beentjes.
JONATHAN FRANZEN
Zuiverheid.
Vertaald door Peter Abelsen, Anneke Bok en Rob van der Veer, Prometheus, 616 blz., 24,95 euro (e-boek 19,95 euro). Oorspronkelijke titel: 'Purity'.
De auteur: Amerikaanse bestsellerauteur van Great American Novels zoals De correcties en Vrijheid.
Het boek: Pip Tyler gaat op zoek naar haar vader en komt in Bolivia bij een klokkenluider terecht.
ONS OORDEEL: te weinig kleur en een te zwaar opgezette plot, al blijft Franzen bij momenten zijn meesterschap tonen.
Jeroen Overstijns ■
Verberg tekst