Kareltje Kat is een prentenboek over een gestreepte kater die - het cliché van de valse kat ten spijt - heel goed kan zingen. Karel is het gezelschapsdier van Piet, een straatmuzikant. De dagen gaan vrolijk voorbij met liedjes en melodietjes, tot Kareltje op een van zijn wandelingen verliefd wordt op een vrouwtjeskat. Met enige vertraging gaat Karel nadien terug op zoek naar Piet. Maar helaas, de twee vinden elkaar niet meer terug. Op het plein waar het duo vroeger zat te zingen, staat nu een hoempapaband met een hond. Daarna verschijnt een goochelaar met een duif ten tonele.
Ten einde raad neemt Kareltje zijn intrek bij Noor en haar baasje Josée. Het is een ander leven, maar daarom niet minder leuk. Kareltje knabbelt en dartelt door oude kranten. Er komen zelfs drie kleine jongen: Saartje, Suusje en Kereltje Kat. Maar 's nachts droomt Kareltje over Piet en hun muzikale verleden. Overdag leert hij zijn kattenkroost zelfs zingen, zonder veel succes. Alleen Kereltje blijkt ove…
Lees verder
Kareltje Kat is een prentenboek over een gestreepte kater die - het cliché van de valse kat ten spijt - heel goed kan zingen. Karel is het gezelschapsdier van Piet, een straatmuzikant. De dagen gaan vrolijk voorbij met liedjes en melodietjes, tot Kareltje op een van zijn wandelingen verliefd wordt op een vrouwtjeskat. Met enige vertraging gaat Karel nadien terug op zoek naar Piet. Maar helaas, de twee vinden elkaar niet meer terug. Op het plein waar het duo vroeger zat te zingen, staat nu een hoempapaband met een hond. Daarna verschijnt een goochelaar met een duif ten tonele.
Ten einde raad neemt Kareltje zijn intrek bij Noor en haar baasje Josée. Het is een ander leven, maar daarom niet minder leuk. Kareltje knabbelt en dartelt door oude kranten. Er komen zelfs drie kleine jongen: Saartje, Suusje en Kereltje Kat. Maar 's nachts droomt Kareltje over Piet en hun muzikale verleden. Overdag leert hij zijn kattenkroost zelfs zingen, zonder veel succes. Alleen Kereltje blijkt over enig talent te beschikken. Het einde van het verhaal laat zich min of meer raden: Kereltje Kat wordt de nieuwe compagnon van straatzanger Piet.
Kareltje Kat is geen verhaal dat versleten is door cliché of een ouderwetse vertelstructuur. Daarvoor is de pen van Julia Donaldson te fris en te puntig. Ze lost de verwachtingen in, maar zonder de verrassing bij voorbaat dood te knijpen. Op die manier beleeft de voorlezer ook plezier aan Kareltje Kat. Het verhaal is sterk genoeg om bij herhaald voorlezen overeind te blijven. Er zitten voldoende losse eindjes in die het boek een meerwaarde geven. Ook de prenten van Axel Scheffler bieden uitzicht op een groter verhaal met nog meer fantasie. Het gaat van verlichte vensterramen in de maneschijn, over een boot op de rivier tot een beertje aan een rugzak en een man met een snor in een boekenwinkel. De mogelijkheden om te wijzen en te vertellen zijn bijna eindeloos.
Verder snijdt Donaldson op subtiele wijze het onderwerp verlatingsangst aan, een gevoel waarmee veel kleuters zitten. Kareltje Kat vindt zijn baas niet onmiddellijk terug, maar heeft genoeg zelfvertrouwen om met het gemis om te gaan en zich aan te passen. De straatmuzikant belandt in het ziekenhuis en er moet meer dan eens afscheid worden genomen van mensen en gewoonten. Kareltje Kat twijfelt soms, maar hij is niet bang en blijft met opgeheven hoofd door het leven gaan. Het ligt er gelukkig niet vingerdik op, maar de boodschap voor de kleine toehoorder is toch aanwezig.
Het boek zal zonder twijfel succes hebben. Er is maar één minpunt en dat is de vertaling van Bette Westera. Die is hier en daar slordig qua metrum en woordkeus. Het rijm is ook niet altijd even origineel. 'Jou' laten rijmen op 'miauw', daar wordt de voorlezer niet warm van. [An Olaerts]
Verberg tekst