De tieners Kaj en Thijmen zijn met de ouders van Thijmen op vakantie in Mexico. Kaj heeft wel zin in een avontuur en haalt zijn vriend over om stiekem een bouwvallig huis van binnen te bekijken. In het stoffige, stinkende huisje vinden ze een juten zak, waarin oude beeldjes zitten. Na een toeristische excursie met de ouders van Thijmen horen ze de waarde van Maya-beeldjes. Daarom gaan ze nog eens terug. Maar dan is het vervallen huisje helemaal schoongemaakt en is de zak met beeldjes verdwenen. De jongens gaan op onderzoek uit, worden betrapt en achternagezeten door twee ongure mannen. Door misverstanden komen Kaj en Thijmen in de problemen en worden zelfs beschuldigd van diefstal. Avonturenverhaal, met enkele matig getekende zwart-witillustraties, dat zich afspeelt in de tijd van de viering van de Día de Muertos (dag van de doden). Dit Mexicaanse dodenfeest is goed verweven in het verhaal. De karakters van de hoofdpersonen komen goed uit de verf. Het verhaal wordt vlot verteld in korte hoofdstukken met veel dialoog. Het einde is nogal braaf. Vanaf ca. 9 jaar. Verberg tekst