Opgroeien in de Bijlmer in Amsterdam: de Nederlander van Turkse afkomst Murat Isik maakt van zijn coming-of-ageroman een met Karl Ove Knausgård vergelijkbare leeservaring.
Amsterdam Zuid-Oost heet tegenwoordig het stadsdeel dat vroeger bekendstond als het getto Bijlmermeer. De wijk met veel groen, de auto's verborgen in parkeergarages, grasvelden om te ontspannen en te spelen tussen de immense, honingraatvormige flatgebouwen, ontstond ooit op de tekentafel van een idealist. De eerste bewoners trokken er in 1968 in. Na de onafhankelijkheid van de Nederlandse kolonie Suriname stroomden iedere week nieuwe Surinaamse families rechtstreeks van Schiphol naar de Bijlmer. Daarna kwamen de Ghanezen en de Antillianen.
Het Turkse gezin dat Murat Isik (39) zo levendig beschrijft in zijn tweede roman Wees onzichtbaar komt in 1983 te wonen in de flat Fleerde, die nu goeddeels vervangen is door laagbouw. Het gezin is blij Duitsland, waar het illegaal leefde en altijd op zijn tellen moest passen, te verlaten en in een ruime, betaalbare flat te wonen. De verloedering zet in als de Amsterdamse binnenstad wordt scho…Lees verder
Amsterdam Zuid-Oost heet tegenwoordig het stadsdeel dat vroeger bekendstond als het getto Bijlmermeer. De wijk met veel groen, de auto's verborgen in parkeergarages, grasvelden om te ontspannen en te spelen tussen de immense, honingraatvormige flatgebouwen, ontstond ooit op de tekentafel van een idealist. De eerste bewoners trokken er in 1968 in. Na de onafhankelijkheid van de Nederlandse kolonie Suriname stroomden iedere week nieuwe Surinaamse families rechtstreeks van Schiphol naar de Bijlmer. Daarna kwamen de Ghanezen en de Antillianen.
Het Turkse gezin dat Murat Isik (39) zo levendig beschrijft in zijn tweede roman Wees onzichtbaar komt in 1983 te wonen in de flat Fleerde, die nu goeddeels vervangen is door laagbouw. Het gezin is blij Duitsland, waar het illegaal leefde en altijd op zijn tellen moest passen, te verlaten en in een ruime, betaalbare flat te wonen. De verloedering zet in als de Amsterdamse binnenstad wordt schoongeveegd en alle junks naar de Bijlmer worden verdreven. De eerste bewoner van de Bijlmermeer, meneer Rolf, woont op dezelfde galerij als de niet-gelovige Turkse familie en zet zich met volle kracht in voor de buurt. Hij zal vele jaren later ook de laatste blijken te zijn; met hand en tand verzet hij zich tegen de ontruiming en sloop van de flat, totdat de politie hem uit zijn huis sleept.
Wees onzichtbaar is een coming-of-ageroman waarin zoon Metin zich vanaf de lagere school opwerkt tot een rechtenstudie aan de universiteit, en zich in de tussentijd moet ontworstelen aan zijn tirannieke en onverschillige vader. Het is een ongelooflijke kunst om dat verhaal 600 pagina's lang boeiend te houden, maar Murat Isik slaagt daar glansrijk in. Het levert zelfs een met Karl Ove Knausgård vergelijkbare leeservaring op: als je het uit hebt, wil je eigenlijk meteen lezen hoe het verder met hem gaat.
Worsteling
Metin is intelligent, geestig, ontroerend, soms een angsthaas; je wordt als lezer tot in de details deelgenoot van zijn leven gemaakt. Humoristisch, soms iets te uitgesponnen en hyperbolisch, beschrijft hij zichzelf en de mensen in zijn leven: zijn half-Surinaamse vriend Floyd, zijn zus die helemaal gek is van Michael Jackson, de jongen die beter voetbalt dan de hele wijk maar aan de heroïne gaat, het meisje dat Metin en zijn vrienden aftrekt in het betonnen trappenhuis, de leraar op school die maakt dat Metin van literatuur houdt.
De middelbare school is één grote worsteling, en in deze roman lees je alles terug wat in krantenartikelen al vaak beweerd is: dat het Nederlandse onderwijssysteem, met CITO-toetsen, schooladviezen en toelatingseisen voor verschillende niveaus, voor allochtone leerlingen slecht uitpakt. Een relatief te groot deel van hen zit op het laagste niveau onderwijs, omdat er niet in ze geloofd wordt. Dat geldt ook voor Metin; zelfs de meester van zijn lagere school voor wie hij het vuur uit de sloffen loopt, adviseert een lager niveau dan wat Metin aan blijkt te kunnen. Metins vader pikt het niet, want zijn zoon móet studeren aan de universiteit. Het is zo'n beetje het enige wat zijn vader voor hem doet.
De strijd met vader Harun vormt de ruggengraat van Wees onzichtbaar. Harun probeert 'iedere dag te ontsnappen aan het gezinsleven', is minstens anderhalf uur per ochtend bezig met het in orde brengen van zijn kapsel, maakt gokschulden, noemt zichzelf 'communist' die niet buigt voor het Nederlandse systeem. Intussen laat hij het geld verdienen over aan Metins moeder en bijt haar voortdurend toe dat ze 'een vogelbrein' heeft. Iedereen vreest zijn driftbuien waarbij geregeld klappen vallen. Metin is meer aan het overleven dan aan het leven, ook op de middelbare school waar pesterijen en vechtpartijen aan de orde van de dag zijn en leraren worden gemolesteerd. Klasgenoot Dino brandmerkt Metin als 'de schoonmaker' en maakt hem het mikpunt van de klas. Metins kinderheld is stripfiguur de Hulk, de sukkel die pas onder grote druk uit zijn kleren knapt, groen aanloopt en dan heldendaden verricht. Murat Isik speelt met Metins naïviteit, maakt hem slachtoffer en held tegelijk. De smakelijkheid waarmee hij dat doet maakt Wees onzichtbaar zo aanstekelijk. Ik zie de televisieserie op basis van deze roman al voor me, een onverbloemde, geestige, kritische inkijk in het leven van een Turks-Nederlandse jongen van wie het onmogelijk is niet te gaan houden.
Ambo/Anthos, 597 blz., 24,99 € (e-boek 12,99 €).
Verberg tekst