De hoofdpersoon, Wallace Prince, werkt op een advocatenbureau. Hij blijkt plotseling overleden te zijn en komt als geest bij Charon's Crossing aan, waar een overzetveer is. Hij blijft daar en komt met verscheidene personen in contact. Belangrijk zijn de vrouw Mei, Hugo de veerman, Nelson en de hond Apollo. Wallace kan moeilijk accepteren dat hij dood is. Hij sluit echter steeds meer vriendschap met Hugo, die naast veerman ook nog een theewinkeltje drijft. Beiden voeren diepgaande gesprekken. Soms zijn er flashbacks. In zekere zin vindt Wallace zijn weg in dit gezelschap van levenden en doden, steeds aangevuld door nieuwe personen o.m. Alan. En wat bevindt zich achter die geheimzinnige deur? Het boek dat soms zeer moeizaam leest, kan beschouwd worden als een combinatie van een bijzonder soort fantasy, vooral paranormale verschijnselen, en een psychologische roman. Slechts bestemd voor geavanceerde lezers, met een behoorlijke leesvaardigheid van Engelstalige teksten. Klune schreef eerder ‘The house in the cerulean sea’*. Verberg tekst